Les 114 – Kechari –  Verstopping van de keel in fase 1

Vraag: Ik ben een van degene bij wie de tong naar achter krulde. Je recente les over kechari is fantastisch, een echte eyeopener. Mijn vraag gaat over de moeilijkheid die ik ervaar wanneer mijn tong naar het gehemelte gaat. In het begin kreeg ik een kokhals reflex in mijn keel, wat minder lijkt te worden. Wanneer mijn tong in meditatie naar achteren is dan wordt mijn adem soms tijdelijk geblokkeerd. Zijn dit normale ervaringen?

Antwoord: Dit zijn ervaringen die horen bij de overgangsfase en die kunnen ontstaan in fase 1. De reden hiervoor is iets wat ik “keel verstopping” noem. Het is een tijdelijk fenomeen dat kan ontstaan tussen fase 1 en 2.

De tong kan in fase 1 niet voorbij het gehemelte omhoog. Daarom zal naarmate de tong verder naar achteren gaat meer druk ontstaan op de basis van de tong, en deze wordt naar beneden in de keel gedrukt. Dit kan het “verstoppingseffect” creëren dat leidt tot een kokhalsreflex en/of wat afsluiting van het strotklepje (epiglottis) over de luchtpijp. Het strotklepje is als een valluikachtig flapje dat verbonden is met de basis van de tong en dat de luchtpijp afsluit wanneer we slikken, en wanneer we op de normale manier de adem vasthouden.

Iedereen heeft een net wat andere anatomie, daarom zullen sommigen deze overgangservaringen wel ervaren en anderen niet. De ervaringen zouden in ieder geval tijdelijk moeten zijn. Als het frenulum onder de tong uitrekt of ingeknipt wordt, zal de tong uiteindelijk achter het zachte deel van het gehemelte omhoog gaan naar fase 2 van kechari. Als dat gebeurt zouden de verstoppingen automatisch moeten stoppen, want de tong gaat dan omhoog de neus-keelholte in en zal niet meer zoveel naar beneden drukken op de keel. Ik zeg “niet zoveel” omdat als het frenulum de tong nog steeds naar beneden houdt, er ook nog wat keelverstoppingen zou kunnen voorkomen in fase 2 van kechari. Maar wel veel minder en is het minder waarschijnlijk dat het afleidende ervaringen in de keel creëert. Als de tong nog verder omhoog gaat zal het frenulum verder uitgerekt worden, of ingeknipt, en de neiging tot verstoppingen zal verdwijnen.

Zoals al genoemd, ontstaan de keelverstoppings symptomen door anatomische oorzaken en zullen maar sommige mensen ze ervaren, anderen zullen ze helemaal niet hebben. Hoe het ook zij, het fenomeen is tijdelijk want kechari zal zich verder opwaarts ontwikkelen in ons. De ervaringen van gelukzaligheid die we in fase 2 zullen ontdekken zullen veruit opwegen tegen het ongemak wat we onderweg er naar toe ervaren.

Neem de tijd met kechari. Benader het op je eigen manier. Jouw bhakti zal je mee omhoog nemen wanneer het voor jou het juiste moment is.

De guru is in je.

Toevoeging: Nog een vraag over de overgang van fase 1 naar fase 2 in kechari:

Vraag: Ik heb een vraag/suggestie over je zeer behulpzame les over kechari mudra. Wanneer je de vier fasen van de reis van de tong omschrijft, kan het misschien helpen om wat bekende herkenningspunten te gebruiken. Je noemt bijvoorbeeld de huig en de amandelen niet. Ik vraag me af waar die op het pad te vinden zijn? Daarnaast is de eerste essentiële stap het bereiken van “het punt waar het harde en zachte deel van het gehemelte in elkaar overgaan.” Ik denk dat ik niet precies snap waar dat punt precies is. Kan het omschreven worden in termen van tanden, huig, amandelen, etc.?

Antwoord: Er kan altijd meer worden gezegd over kechari. Zullen we er ooit genoeg over hebben gezegd? Het is zo’n diepgaande techniek. Ik noem de huig en de amandelen niet omdat we er heel snel voorbij gaan wanneer de tong van fase 1 naar fase 2 gaat, omhoog de neus-keelholte in. We hebben er eigenlijk niet veel mee te maken.

Er zijn er die veel nadruk leggen op de huig – nectar die erdoor naar beneden komt, maar ik zie het belang er niet echt van in. Wanneer de “geheime plek” bereikt is aan de achterzijde van het tussenschot boven het zachte gehemelte, dan is er een nieuw niveau van stimulatie ver voorbij alles dat gedaan kan worden met het zachte deel van het gehemelte of de huig. Het zachte deel van het gehemelte is niets meer dan een doorgang.

Er kan ook aanzienlijke stimulatie gecreëerd worden onder het zachte deel van het gehemelte, op het punt waar het zachte deel in het harde deel van het gehemelte overgaat (fase 1). Het is eenvoudig te vinden als je over het gehemelte naar achteren gaat. Het gehemelte is hard toch? Dan kom je bij een deel dat zacht is. Dat is precies onder het neustussenschot en de neus-keelholte. Het is ongeveer halverwege tussen de voortanden en de huig. De zenuwen van het neustussenschot (de geheime plek) reiken naar beneden tot aan het punt waar het zachte deel overgaat in het harde deel van het gehemelte, daarom kan daar aanzienlijke stimulatie creëert worden wanneer het puntje van de tong die plek bereikt. Natuurlijk hangt het ook af van de aanwezigheid van wat conductiviteit in het zenuwstelsel die ontwikkeld is door een dagelijkse routine van yoga beoefening.