Les 44 – Pranayama V&A – Het vinden van de wervelkolomzenuw 

Nieuwe lezers: het is aanbevolen dat je bij het begin van de lessen begint  omdat eerdere lessen een voorwaarde zijn voor deze (de eerste les is “Waarom deze bespreking?”.

Vraag: Ik heb wat moeite met het voorstellen van de wervelkolomzenuw. Ziet het eruit als een zenuw of als een buis? Je noemt beide. Heeft het een kleur, een smaak, een gevoel, of enig andere zintuiglijke eigenschap?

Antwoord: We kunnen ons zonder inspanning de wervelkolomzenuw voorstellen als een klein buisachtig kanaal dat vanaf ons perineum (het punt onderaan, tussen de anus en de geslachtsorganen) tot het punt tussen de wenkbrauwen gaat. Tijdens de inademing volgen we het naar boven toe via het midden van de wervelkolom naar het midden van het hoofd, en dan buigen we af naar het midden van de wenkbrauwen. Tijdens de uitademing volgen we het terug via dezelfde route naar het perineum, en zo voort, telkens weer gedurende pranayama. Wanneer we realiseren dat we niet langer de wervelkolomzenuw op en neer volgen tijdens onze pranayama sessies dan hervatten we dit simpelweg. We dwingen ons niet een mentaal beeld van de rugzenuw te maken. We geven er de voorkeur aan. De details komen vanzelf wel.

Wat is de rugzenuw? Wat is dit sushumna ding? Is het iets dat we ons voor altijd moeten blijven voorstellen tijdens onze pranayama, en dat is alles? Gelukkig niet. Het voorstellen van de wervelkolomzenuw en deze volgen tijdens pranayama is slechts het begin. In het begin is het als een overzicht krijgen van een gebied waarvan men ons vertelde dat er een rijke goudader onder ligt. We beginnen met graven en al snel stoten we op goud. Daarna krijgt het zich voorstellen, het volgen van het mentale beeld ervan, een heel andere waarde. We zijn aangekomen bij de goudader en we hoeven er niet meer naar te zoeken. We weten waar het is. Hij schijnt ons recht in ons gezicht. Onze voorstelling wordt aangevuld door de groeiende realiteit ervan.  

Dus, het voorstellen van de rugzenuw is slechts een begin. We moeten ergens beginnen. Wanneer we het pad steeds weer volgen met de ademhaling dan gaat er iets gebeuren. Er steekt iets de kop op. Het kunnen  gevoelens zijn. Het kunnen kleuren zijn. Het kunnen geluiden zijn. We zullen iets ervaren. We gaan gewoon door met oefenen, verliezen ons niet te veel in de sensaties die opkomen. Alle zintuigen werken nu in de innerlijke gebieden, en geleidelijk aan openen we deze verder. Hoe we de rugzenuw eerst zullen bemerken hangt af van onze unieke gesteldheid, onze unieke manier van zuivering die plaatsvindt tijdens zowel pranayama en meditatie. Hoe uniek onze wijze van zuivering ook is, we ontdekken hetzelfde, de sushumna, de rugzenuw. Op die manier komen we terecht op onze snelweg naar het oneindige.

Wat we doen tijdens de wervelkolomademhaling is het tegelijkertijd vinden van de wervelkolomzenuw en het openen ervan. We vinden hem door hem te openen, en daarna blijven we hem openen. Het blijft niet lang bij alleen voorstellingsvermogen. 

Weldra voegen we krachtige onderdelen toe aan onze pranayama oefening die zullen helpen de wervelkolomzenuw sneller te openen. De ademhaling en de verbeelding zullen veel hulp krijgen. Als je naar goud op zoek bent, dan wil je wel eens dynamiet gebruiken. Er is meer dan genoeg dynamiet beschikbaar. Je zult het weldra ontvangen. Dan ga je snel iets wezenlijks ontdekken wanneer je op en neer gaat met je wervelkolomademhaling. De rugzenuw wordt binnenin voelbaar, tastbaar. Er is minder inbeelding ervan. Je wil er in zijn, je eigen innerlijke dimensies ervaren. Je wordt vol van extatische uitstraling en begint je uit te rekken van binnenuit.

Op zeker moment kom je tot een realisatie die tegelijk aangenaam en beangstigend is. Je beseft dan dat terwijl je op zoek was naar de wervelkolomzenuw, deze zenuw op zoek was naar jou. Bij het vinden van de wervelkolomzenuw, heeft de wervelkolomzenuw jou ook gevonden. Nu verandert het bezig zijn. Voorheen was jij degene die zocht, en aan het spitten en graven was. Het vinden van de rugzenuw verandert dat. Nu is het de ontwaakte rugzenuw die het zoekwerk doet, die zich binnen in jou overal verspreidt, elke cel in jou zuivert. Je wordt getuige van een grote en glorieuze vertoning van kosmische zuivering, en je valt in een eindeloze afgrond van extase. Het is een nederig makende ervaring, en een bevredigende. Je bent nu getuige uit eerste hand van wat er opgenomen is in de geschriften en de teksten van de mensheid sinds duizenden jaren.

Zo gaat het bij het vinden van de rugzenuw. Het is alsof je gevonden wordt. Daarna komen we in overgave, het goddelijke werk in ons toelaten, omdat we niet langer alleen op zoek zijn. Dat waren we nooit. We zitten nu niet achterover geleund en doen niets. Er is nog veel meer te doen voor ons — veel meer middelen die we kunnen aanwenden om de transformatie te vergemakkelijken. Zo blijven we onze dagelijkse oefeningen doen en voegen er meer gevorderde oefeningen aan toe, zoveel als we graag willen. Niet rusten op onze lauweren. We kunnen vol zijn van extase, maar er is meer, en we zullen niet stoppen.

 De guru is in je.