Les 135 – Kundalini stromen in armen en benen

Vraag: Ik beoefen sinds ongeveer zes jaar asana’s en pranayama. Ik ben met deze beoefening begonnen om van mijn astma af te komen, en daar ben ik voor 90% in geslaagd. Normaal gesproken doe ik geen meditatie behalve wat zelf-affirmaties en ontspanning na mijn pranayama, want het geluid OM heeft me nooit veel geïnteresseerd. Nu heb ik jou gevonden en beoefen ik sinds vijftig dagen meditatie volgens jouw instructies.

Toen ik met meditatie begon was het goed, en binnen een aantal dagen begon er een soort aangename koele bries (koele stroom) in mijn rug te stromen tijdens en na de meditatie. Tijdens mijn gebeden tijdens de dag voel ik dezelfde sensatie in mijn rug die zich uitspreidt naar mijn bovenrug. Ik doe pranayama en meditatie in siddhasana.

Mijn vraag is, sinds tien dagen voel ik van 10 uur ’s morgens tot 15.00 uur ‘s middags de sensaties van de koele stroom alleen naar mijn beide benen stromen, en vanaf mijn schouders naar de handen en vingertoppen. Soms is het erg krachtig, maar aangenaam. Laat me alsjeblieft weten wat deze staat is. Zoals ik het begrepen heb, dacht ik dat de energie naar de bovenste delen van het lichaam stroomt, niet naar beneden. Laat me alsjeblieft weten wat dit is. Is het oké dat de energie naar beneden stroomt in plaats van naar boven? Graag je advies.

Antwoord: Het is kundalini energie, en het kan iedere richting op gaan. Het kan erg duidelijk aanwezig zijn in de benen en armen. Heb je de uitdrukking “lotusvoeten” weleens gehoord? Kundalini gaat daar waar het zenuwstelsel gaat. Dit betekent naar iedere cel in het lichaam. Het begint in de wervelkolomzenuw (sushumna) en straalt daarvandaan uit, soms gelijktijdig met de opkomst van extatische conductiviteit in de wervelkolomzenuw, en op andere momenten met wat vertraging als de kundalini energie zich een weg werkt uit de wervelkolomzenuw. Energetisch reikt het subtiele zenuwstelsel ook ver voorbij het fysieke lichaam door middel van de aura, en ook daar gaat de kundalini naar toe. Dit is hoe anderen onze opkomende extatische gelukzaligheid kunnen voelen. Goede vibraties, weet je wel.

Vele jaren geleden kwam dezelfde ervaring in me op. Het was zo aangenaam intens in mijn benen en voeten dat de enige manier om het te kalmeren op blote voeten door de buurt lopen was. Het was als het hebben van orgasmes in mijn voeten. Ik had hetzelfde in mijn armen en benen. Fysiek actief zijn helpt om het tot rust te brengen. Misschien wil je les #69 nog een keer bekijken over kundalini symptomen, disbalans en oplossingen als je de behoefte voelt om het te kalmeren.

De symptomen hebben veel te maken met wrijving tussen de kundalini energie en diepgelegen obstructies die naar buiten komen. Na verloop van tijd wordt het gelijkmatiger en uit het zich overal in het lichaam als gevoelens van oneindige extatische. Extatisch leven!

Als ik zou moeten gokken, dan zou ik zeggen dat de pranayama je zenuwstelsel door de loop der jaren heeft geopend en dat de meditatie nu haar voordeel doet van deze gecultiveerde situatie. Het is erg verstandig dat je begonnen bent met meditatie om je pranayama aan te vullen. De relatie tussen deze twee technieken, en het belang van het doen van beide, is door de lessen heen besproken, met als begin de eerste instructies in de wervelkolomademhaling. Misschien wil je je pranayama naar het niveau van de wervelkolomademhaling brengen, als je dat nog niet gedaan hebt. Dit zal het effect van pranayama vergroten, terwijl het tegelijkertijd veel meer balans in de energieën in het zenuwstelsel verschaft. Zo is er dus meer progressie met minder kans op excessieve energie stromen. Er zijn goede dingen aan het gebeuren.

De guru is in je.

Toevoeging: Hier is een V&A die de welbekende handmudra (jnana of chin mudra) bespreekt waarbij de duimen en wijsvingers samengebracht worden, in dit geval als gevolg van de beweging van innerlijke energie:

Vraag: In de lessen is er een ding dat opvalt door de afwezigheid ervan in de lessen, en dat is de functie van de handen. Daarom heb ik ze altijd maar zo gelegd dat het comfortabel is, dit is of aan de zijkanten of op mijn voeten. De laatste paar dagen observeerde ik dat op een bepaald punt in de meditatie mijn wijsvinger en duim van in ieder geval een hand (soms beiden) met een schok naar elkaar toe bewegen en samenkomen met de toppen van de vingers tegen elkaar. Ik begrijp dat dit een onderdeel van de automatische yoga kan zijn waar je het over hebt gehad. Maar ik heb geleerd dat deze handpositie jnana mudra wordt genoemd. Ik wilde weten of het ondersteunend is om hier bewust mee door te gaan? Zijn er andere mudra’s die de technieken kunnen ondersteunen?

Het lijkt erop dat het begonnen is met de beoefening van amaroli waar ik pas mee ben gestart.

Antwoord: Vanaf het begin af aan is de voornaamste prioriteit in de lessen de focus geweest op technieken die het meeste opleveren voor de aandacht en energie die er in wordt gestoken. Dit is waarom de lessen starten met diepe meditatie en dan doorgaan met de wervelkolomademhaling, mudra’s, bandha’s, siddhasana etc. Door van deze priorisering gebruik te maken worden sommige gebruikelijke yoga dingen op de tweede plaats gezet. Zelfs de yama’s en niyama’s, inclusief gedragscode, dieet, en bepaalde lichamelijke reinigingsmethoden (shatkarma’s), hebben we voor nu achterwege gelaten. Dit is omdat we weten dat met meditatie en de wervelkolomademhaling, ze vanzelf opkomen door de verbondenheid van yoga. Het worden “automatische” neigingen, en dan kunnen we ze integreren zonder dat we er prematuur in zijn en er maar weinig spiritueel voordeel van hebben.

De handmudra die je noemt (jnana of chin mudra genoemd) valt ook in deze secundaire categorie, ook al is het een van de meest zichtbare yoga “gebaren.” Door deze zichtbaarheid is het erg geritualiseerd, wat een andere reden is waarom het tot op heden nog niet in de lessen is besproken. Uiterlijk vertoon van rituelen is bijna altijd zonder effect of een regelrechte rem op het yogaproces vanwege de standaarden van uiterlijk sociaal wenselijk gedrag. Het individuele initiatief is essentieel voor succes in yoga, en zoals je weet is dit is een van de pijlers van de AYP lessen.

Betekent dit dat jnana mudra slecht is, en al dergelijke secundaire en potentieel afleidende technieken vermeden moeten worden? Helemaal niet.

Je bent op de juiste manier bij de handmudra gekomen – wanneer je energetische ervaringen het doen ontstaan. Wanneer we onze kernbeoefening doen, en de energie begint van binnen te bewegen, zullen we uiteindelijk de realiteit van zaken zoals jnana mudra ontdekken. Dan ontdekken we dat als we de duimen en wijsvingers van onze beide handen samenbrengen om cirkels te vormen, het als het omzetten van een energieschakelaar in onze handen is. Het maakt dat de kundalini energie tijdens de beoefening op efficiëntere wijze door onze armen kan circuleren. Het kan ook helpen om door energie veroorzaakte bewegingen in onze armen tot rust te brengen, en de extatische gevoelens door heel het lichaam te accentueren. Als we jnana mudra doen kunnen we onze handen op onze knieën laten rusten met de palmen omhoog of naar beneden, of ze in je schoot laten, of waar het voor jou comfortabel is. Jnana mudra is meer een gevolg dan een oorzaak, want zolang de kundalini energie nog niet stroomt voegt de mudra praktisch niets toe aan onze spirituele vooruitgang. Maar wanneer de energie in beweging is, en waarneembaar is, zijn we misschien geneigd om dit circuit in onze handen de sluiten. Of misschien niet. Pranayama en meditatie zijn net zo effectief met de handen bij elkaar in de schoot als in jnana mudra op de knieën of ergens anders. Het is dus voor alles een persoonlijke voorkeur die bepaalt wat we met de handen doen, zolang we onszelf maar niet afleiden door overmatig bezig te zijn met de handpositie. In dat geval gaan we op dezelfde manier met de afleiding om als iedere andere afleiding tijdens de beoefening, en we geven ontspannen weer de voorkeur aan de techniek die we aan het doen zijn.

Onze spirituele vooruitgang zal niet significant beïnvloed worden door wel of geen gebruik te maken van jnana mudra. Het is dus aan jou. Mijn suggestie is om het van nature te laten ontstaan.

Wat betreft de andere mudra’s en bandha’s, we hebben de belangrijkste al besproken om ze te kunnen gebruiken in de beoefening – mulabandha/asvini, sambhavi, uddiyana/nauli, jalandhara (statisch en dynamisch), kechari, en yoni mudra. Er zijn een aantal mudra’s die in de asana’s tevoorschijn komen en die we tot zover nog niet veel in de lessen benoemd hebben – maha mudra en yoga mudra. In beide mudra’s leun je voorover met het hoofd en bovenlichaam richting de vloer of het naar voren toe uitgestrekte been om de sushumna te rekken en losser te maken. Beiden kunnen ook automatisch in pranayama en meditatie ontstaan. Les #183 bespreekt een dergelijke situatie. Als we deze twee mudra’s in onze asana routine doen zal het helpen wanneer we de pranayama en meditatie ingaan, want de sushumna is dan vooraf al losgemaakt. Het kan ook de kans op eigenzinnige bewegingen tijdens de zittende beoefening verminderen, wat een afleiding kan zijn (zie nogmaals les #183). Alle asana’s zijn hier voor bedoeld, maar deze twee zijn eruit gepikt, en dragen de naam “mudra.”

Het is goed om te horen dat er een waarneembare toename in de verbondenheid van yoga is sinds je begonnen bent met amaroli (zie les #T32). Ja, het zal dit soort dingen veroorzaken. Het zenuwstelsel kan het niet weerstaan om zich te openen wanneer het op yogische wijze vanuit zoveel verschillende richtingen wordt gestimuleerd.