Les 149 – De acht ledematen van yoga en samyama – de duisternis smelten

Het is tijd om verder te gaan met samyama, waarbij we met onze aandacht in zuiver gelukzaligheidsbewustzijn naar buiten toe bewegen, wat resulteert in het ontwikkelen van de zogenaamde yogische vermogens als bijproduct. Laten we voordat we samyama bespreken het hebben over de acht ledematen van de yogasutra’s van Patanjali, wat we tot op heden nog niet hebben gedaan. Samyama is de gecombineerde toepassing van de laatste drie van de acht ledematen, en is ook met de andere vijf ledematen verbonden, dit is dus een goed moment om ze te bespreken. Alle yoga is verbonden. Het is allemaal door middel van het menselijk zenuwstelsel verbonden. Het is zelfs zo dat alle yoga een product is van het menselijk zenuwstelsel. En niet andersom zoals we soms geneigd zijn om te denken.

Het duurde even voor de mensen gingen geloven dat de aarde rond is in plaats van plat, en dat de zon het middelpunt is van het zonnestelsel in plaats van de aarde. Er was bewijs voor nodig. Toen geloofde haast iedereen het, en wilde iedereen zo snel mogelijk de voordelen ontdekken van deze nieuwe kennis, het nieuwe paradigma.

Nu is het voor ons tijd om ten volle te beseffen dat het menselijk zenuwstelsel het middelpunt is van alle spirituele ervaring en alle goddelijke gelukzaligheid. Dat is jouw zenuwstelsel, degene waar je je nu in bevindt. Hoe sneller we gewend raken aan het idee dat ieder van ons een directe doorgang is naar het goddelijke, hoe beter het voor iedereen zal zijn. Zoals het gaat met het accepteren van iedere vorm van kennis, heeft het bewijs nodig. In dit geval is het bewijs in jou. Open hier en daar wat deuren door het doen van effectieve yoga technieken en je zal zien wat je bent. Dan zal je zo snel mogelijk alles willen openen. Een nieuw paradigma is geboren!

Niets is nieuw, weet je. Onze verre voorouders wisten hiervan. Veel ervan is opgeschreven. Maar er was slechte communicatie en de mensen leefden in zoveel bijgeloof. Nu is het anders. We kunnen alle informatie vinden die we willen. Er zijn zoveel deuren van kennis die voor iedereen opengaan. De oude wijsheid wordt weer nieuw. Het menselijk zenuwstelsel is gedurende deze tijd helemaal niet veranderd. Het heeft geduldig gewacht, als een schatkist die er naar verlangt om geopend te worden. En daar is het nu de tijd voor.

De yogasutra’s van Patanjali is een van de belangrijkste geschriften allertijden. Het vertelt ons niet alleen wat we zijn, maar het vertelt ons ook hoe de deuren van ons zenuwstelsel geopend kunnen worden. Het laat de relaties zien tussen de natuurlijke principes van opening die in ons bestaan. Dit wordt gedaan aan de hand van de beroemde acht ledematen van yoga.

We zijn er vanaf het moment dat we gestart zijn met de lessen over de Gevorderde Yoga Technieken (AYP) doorheen gereisd. We zijn er niet op volgorde doorheen gegaan, en sommigen zullen dit onconventioneel noemen. We zijn er op een manier doorheen gegaan die effectief en logisch is, er zullen dus geen verontschuldigingen zijn. We zullen er later nog meer over spreken maar laten we eerst de acht ledematen bekijken:

  1. Yama – betekent “beperking,” en omvat ahimsa (geweldloosheid), satya (waarachtigheid), asteya (niet-stelen), brahmacharya (behoud van seksuele energie en de cultivatie ervan) en aparigraha (niet-begeren).

 

  1. Niyama – betekent “inachtneming,” en omvat saucha (zuiverheid en hygiëne), samtosa (tevredenheid), tapas (hitte/focus/soberheid), svadhyaya (studie van de geschriften en het zelf) en isvara pranidhana (overgave aan het goddelijke).

 

  1. Asana – betekent “houding.” En omvat alle asana’s die we hebben leren kennen en waarvan we zijn gaan houden. In de lessen worden asana’s gebruikt als voorbereiding op pranayama en meditatie. Bepaalde asana’s stimuleren het opkomen van kundalini.

 

  1. Pranayama – betekent “beperking van de levenskracht/adem,” en omvat de pranayama methoden die we hebben besproken, plus een aantal die we nog zullen bespreken. Pranayama cultiveert de grond van het zenuwstelsel, bereidt het voor op diepe meditatie en goddelijke ervaring. Bepaalde soorten pranayama laten de kundalini opstijgen.

 

  1. Pratyahara – betekent “naar binnen keren van de zintuigen.” In de lessen is pratyahara zowel oorzaak als gevolg, en ontstaat wanneer kundalini opkomt en extatische ervaringen onze aandacht op natuurlijke wijze naar binnen richten. Dan, door pratyahara, leren we de zintuigelijke ervaring kennen als een continuüm die de volledige reikwijdte van manifestatie beslaat, vanaf de eerste innerlijke vibraties van zuiver gelukzaligheidsbewustzijn (OM) helemaal naar buiten de fysieke wereld in.

 

  1. Dharana – betekent “concentratie of richten van aandacht,” en is de eerste stap in het mee naar binnen nemen van de mind doormiddel van meditatie. In de lessen houden we op niets de aandacht voor lange tijd vast. We brengen alleen de aandacht rustig naar een object (de mantra), en laten het dan los zoals het gaat. Dit brengt de aandacht haast gelijk voorbij de beginnende waarneming van het object, en dat is wat we willen. De mind zal ons mee naar binnen nemen als we het de mogelijkheid geven.

 

  1. Dhyana – betekent “meditatie,” en is de inwaartse stroom van aandacht. Het kan ook omschreven worden als de uitbreiding van de aandacht voor ieder object. In de lessen gebruiken we de mantra als voertuig hiervoor. We komen ontspannen naar de mantra, en dan verandert de mantra en verdwijnt. Onze aandacht breidt zich uit, waarbij het de natuurlijke staat bereikt – stilte.

 

  1. Samadhi – betekent “absorptie/transcendentie,” en is wat we ervaren in dagelijkse meditatie. Na verloop van tijd breidt het zich uit, en wordt uiteindelijk onze natuurlijke staat van zijn in dagelijkse activiteiten. Het is zuiver gelukzaligheidsbewustzijn, de innerlijke stille getuige. De verschillende ontluikende stadia van samadhi zijn de ervaring van ons onsterfelijke universele Zelf. Dat is wat we zijn.

Je hebt misschien gemerkt dat na de yama’s en niyama’s, die hier opgesomd zijn met de klassieke definities (behalve brahmacharya), alle andere ledematen een twist gekregen hebben in lijn met manier waarop deze lessen de kennis hebben gepresenteerd van de gevorderde yoga technieken. Dit is iets dat normaal is. Iedere yogaleer heeft zijn eigen manier van het presenteren van de acht ledematen van yoga.

De acht ledematen zijn zo logisch en eenvoudig te begrijpen dat haast iedere yogaleraar claimt er les in te geven, wat in verschillende mate klopt, want de acht ledematen beslaan alles wat je in yoga zou kunnen doen. In die zin vertegenwoordigt het een complete landkaart, een blauwdruk en spirituele checklist van de verschillende manieren om het menselijk zenuwstelsel te openen voor de goddelijke ervaring.

Samengenomen als een volledig systeem, wordt aan de acht ledematen ook wel gerefereerd als “ashtanga yoga” en “raja (koninklijke) yoga.” Maar wat zegt de naam? De Gevorderde Yoga Lessen (AYP) zijn ook de acht ledematen. En dat is iedere benadering van menselijke spirituele transformatie, gedeeltelijk of volledig, inclusief datgene wat we tegenkomen in de belangrijkste religies van de wereld. Als het iets te maken heeft met menselijke spirituele transformatie, dan zal het ergens in de acht ledematen teruggevonden kunnen worden. Dat is de schoonheid van de acht ledematen. Als je naar een spirituele leer of religieuze traditie kijkt waarbij je de acht ledematen gebruikt als maatstaf, dan zie je gelijk wat er wel, en wat er niet aanwezig is. De meer verlichte tradities zullen meer van de acht ledematen omvatten, de minder verlichte tradities zullen minder ledematen omvatten.

Traditioneel worden de acht ledematen in volgorde behandeld. De gedachte hierachter is dat mensen zich moeten leren gedragen en moeten voorbereiden door middel van strikte regels van handeling en zelfdiscipline voor ze verder kunnen met meer directe spirituele beoefening. Wanneer ze weten hoe ze zich op de juiste manier moeten gedragen kunnen ze beginnen met het lichaam (asana’s), en later verder naar binnen toe werken door middel van de adem (pranayama). Om zo uiteindelijk klaar te zijn voor concentratie (dharana), meditatie (dhyana) en zuiver gelukzaligheidsbewustzijn (samadhi). Met een dergelijke traditionele aanpak kan het een lange weg zijn om te gaan. Zeker wanneer een (levende) guru zijn leerlingen laat voldoen aan de hoogste standaarden van uitvoering voor iedere stap op het pad. Zelfs Patanjali had deze volgorde van beoefening in gedachten toen hij de Yoga Sutra’s schreef.

Dat deel (in volgorde door de acht ledematen gaan gedurende een lange periode) werkt niet zo goed. Dit is iets dat algemeen erkent wordt in de yoga gemeenschap, en Patanjali moet het ook geweten hebben. Misschien was het in zijn tijd niet zo eenvoudig om mensen een snelle start te geven met gevorderde yoga technieken zoals diepe meditatie en de wervelkolomademhaling zoals we dat vandaag de dag kunnen doen.

Door de jaren heen zijn verschillende leraren direct op verschillende plekken in de acht ledematen gestart. Sommigen starten met asana’s en anderen met pranayama. Sommigen richten zich eerst op devotie en gaan dan verder met meditatie of iets anders. Sommigen starten direct met meditatie en werken dan terug door de ledematen. Zoals je weet vallen deze lessen onder deze laatste aanpak. We starten met diepe meditatie en gaan dan verder met pranayama, fysieke technieken en zo verder, waarbij we een goed bewustzijn houden van de rol van bhakti/verlangen in het hele proces.

Iets wat iedereen die voor enige tijd yoga heeft gedaan ontdekt heeft, is dat alle ledematen van yoga met elkaar verbonden zijn. Dit betekent dat als we met een ledemaat beginnen alle andere beïnvloed zullen worden. Wanneer we ons zuiveren en openen zullen we uiteindelijk in alle ledematen getrokken worden. Het is normaal dat mensen die starten met meditatie zeer gretige spirituele lezers worden (svadhyaya), neigen naar een zuiverder dieet (saucha), en zich gevoeliger voelen voor het welzijn van anderen (ahimsa). Het is zelfs zo dat direct samadhi ingaan door middel van diepe meditatie de beste manier is om progressie te maken in de yama’s en niyama’s. Dan ontstaat harmonieus gedrag op natuurlijke wijze van binnenuit, in plaats van dat het van buitenaf opgelegd wordt. Deze dingen zijn indicatoren voor de verbondenheid van yoga. Het ontstaat op alle niveaus van beoefening. Soms wordt het “genade” genoemd, omdat de spirituele zegeningen uit het niets lijken te komen. In werkelijkheid worden dergelijke zegeningen door ons heen gezonden via de spirituele conductiviteit die aan het opkomen is in ons zenuwstelsel door iets wat we ergens op de boom van yoga met acht ledematen hebben gedaan. Zelfs de oprechte gedachte, “Bestaat er meer dan dit?” is een krachtige yogatechniek, en is te vinden in de niyama’s – het is overgave, bhakti. Zoals je vanuit de lessen weet wordt de conductiviteit in het zenuwstelsel “extatisch” wanneer kundalini begint te bewegen. Wanneer dat gebeurt raken we echt verbonden door middel van de ledematen van yoga – hier, daar en overal.

Wanneer we gelijk vanaf het begin in meerdere ledematen werken met effectieve technieken en op een gecoördineerde manier, zal ons zenuwstelsel zich het snelst openen en zuiveren. Dit is een belangrijk principe waar gebruik van wordt gemaakt in de kernstrategie in deze lessen – door gebruik te maken van een geïntegreerd systeem van technieken wat maakt dat we de mogelijkheid hebben om door zoveel mogelijk ledematen heen te werken.

Samyama wijkt af van de acht ledematen. Het is iets dat verschilt van ieder van de andere ledematen en gebruikt kan worden om het zenuwstelsel te zuiveren en te openen. In Patanjali’s Yoga Sutra’s is er een volledig hoofdstuk aan gewijd, genaamd “bovennatuurlijke vermogens.”

Samyama wordt gedefinieerd als de combinatie van de laatste drie ledematen van yoga waarbij gebruik gemaakt wordt van een object. Dus, door op een bepaalde manier gebruik te maken van gefocuste aandacht (dharana), meditatie (dhyana) en diepe innerlijke stilte (samadhi) en een object, of objecten, zijn we in staat om bovennatuurlijke vermogens te ontwikkelen, ook wel siddhi’s genoemd. Patanjali vertelt ons dat samyama een meer innerlijke techniek is die leidt naar “het licht van kennis.” Hij vertelt ons ook dat we moeten voorkomen dat we afgeleid raken door de ervaringen die ontstaan tijdens het doen van samyama. Hier hebben we in de lessen al aandacht aan besteed. Wanneer we licht zien of wat extatische ervaringen hebben, herinneren we onszelf om ontspannen terug te gaan naar de techniek die we aan het doen zijn. Dit is omdat de ervaringen geen vooruitgang brengen in onze spirituele ontwikkeling. Dat doen alleen technieken. Datzelfde geldt voor siddhi’s wanneer deze zich manifesteren. Zoals lang geleden in les #76 is genoemd, doen we samyama om zuiver gelukzaligheidsbewustzijn en extase te verruimen in en voorbij ons zenuwstelsel.

Als we met samyama beginnen met de verwachting om vermogens te verwerven voor persoonlijk gebruik zullen we niet veel ontvangen. Dat is de schoonheid van samyama. Het is moreel een zelfregulerende techniek. Het is afhankelijk van de aanwezigheid van innerlijke stilte. Geen innerlijke stilte, geen zuiver gelukzaligheidsbewustzijn – geen samyama. Het is niet mogelijk om deze techniek te doen zonder in ieder geval enige innerlijke stilte in het zenuwstelsel. Als we wat samadhi hebben dan zullen we automatisch wat yama en niyama hebben. En naarmate we meer samadhi hebben, hebben we meer yama en niyama, en zullen we ook meer succes hebben in samyama. Als er veel samadhi is (de eerste fase van verlichting), dan zal er veel yama en niyama zijn, en veel vooruitgang in samyama. De ledematen van yoga zijn altijd op die manier met elkaar verbonden.

Met samyama werken we op het diepste niveau van bewustzijn in ons, en brengen het in volle manifestatie door het een aantal kanalen te geven waardoor het door ons zenuwstelsel kan bewegen. Met samyama brengen we innerlijke stilte in beweging. We bewegen het onbeweeglijke, we bewegen de rots van zuiver bewustzijn. We verruimen het door ons zenuwstelsel. De meeste technieken werken van buitenaf naar binnen toe, met samyama gaan we de andere kant op. We werken van binnen naar buiten. Met de meeste technieken beginnen we met ons beperkte ego-zelf en gaan naar binnen. Met samyama beginnen we met ons universele goddelijke-Zelf en komen naar buiten toe. Dat is het verschil tussen samyama en de andere technieken.

Wanneer bewustzijn naar buiten toe beweegt door samyama ervaren we meer opening, en al onze technieken worden naar een hoger niveau gebracht. Dit is het voordeel van de integratie van technieken. Alles wat we in yoga doen helpt al het andere wat we in yoga doen. Op deze manier worden yogatechnieken als een spiraal van extatische gelukzaligheid die maar hoger en hoger gaat.

Dus, als we doorgaan met de technieken die we tot dusver hebben geleerd hebben, is er nu de mogelijkheid om de beoefening van samyama er aan toe te voegen, wat ons zenuwstelsel weer op een andere manier opent. Er zijn niet zoveel voorwaarden voor het doen van samyama. Het is een mentale procedure, dus er zijn geen fysieke voorwaarden. Behalve als je natuurlijke goedschiks of kwaadschiks door de lucht gaat vliegen, dan moeten er passende fysieke maatregelen getroffen worden.

Iedereen die een aantal maanden mediteert en wat innerlijke stilte ervaart kan samyama doen, met de bijbehorende effecten in verhouding tot de hoeveelheid aanwezige innerlijke stilte die in ons zenuwstelsel aanwezig is. Samyama vergroot en stabiliseert onze innerlijke stilte en is daarom een uitstekende aanvulling op meditatie. In de volgende les zullen we de details van de samyama techniek bespreken.

Met de acht ledematen van yoga en samyama zullen we overal de duisternis laten smelten. Laten we er mee aan de slag gaan.

De guru is in je.